vrijdag 12 juli 2013

ALLES MIER












'Ach,' zei de mier tegen de eekhoorn, 'Eigenlijk zou ik het liefst lucht willen zijn.'
Hij keek naar de eekhoorn, maar de eekhoorn zei niets.
'Luister je?' vroeg de mier.
'Ja', zei de eekhoorn.
'Als lucht ben je onzichtbaar en overal. Moet je je eens indenken, eekhoorn. Dan was ik nu in de woestijn en boven de zee en tussen de toppen van de bomen en boven de wolken en bij de zon. Dan was ik warm en kon ik mezelf koelte toeblazen met de wind of wat regen dwars door mij heen laten vallen. Dan was ik heel blauw... ik wil eigenlijk altijd al blauw zijn.
'Hm,' zei de eekhoorn. 'Ik weet niet of ik blauw zou willen zijn.'
'En 's nachts,' ging de mier verder, 'was ik zwart met glinsterende stippels en leunde ik over alle slapende dieren heen. Moet je je voorstellen, eekhoorn, dan zag ik hoe het nijlpaard sliep en de bij en de oorwurm. Heb jij de oorwurm wel eens zien slapen?'
De eekhoorn schudde van nee.
'Ik ook niet,' zei de mier. 'Ik vraag me wel eens af of hij op zijn zij slaapt of ergens in. Dát zou ik dan dus ook weten. En ik zou als kleine belletjes onder water kruipen, tussen het riet, en bij de algen, en de karper zien en het zeepaardje, en ik zou de inktvis eindelijk eens diep in zijn ogen kunnen kijken. Volgens mij, ik weet het niet, hoor, heeft hij eigenlijk gele ogen.'
De eekhoorn haalde zijn schouders op.
'En bovendien,' voegde de mier daaraan toe, 'zou ik dan misschien niet meer zo nieuwsgierig zijn, omdat ik alles zou weten. Want waar zou ik niet zijn?'
'Ik weet het niet,' zei de eekhoorn.
'Noem maar iets op,' zei de mier.
'Ik weet het echt niet,' zei de eekhoorn.
'Onder de grond? Daar zou ik ook zijn. Je hebt toch wel eens gehoord van spelonken en gangen?'
'Ja,' zei de eekhoorn.
De mier zuchtte.
'Maar ja,' zei hij, 'ik ben nou eenmaal mier. Alles aan mij is mier. Mijn voeten zijn mier. Mijn nieuwsgierigheid is mier. Alles, alles mier.'
Hij zuchtte nog een keer diep en keek naar de eekhoorn. De eekhoorn sliep. Toen besloot de mier ook te gaan slapen, in de zon, in het gras, aan de oever van de rivier, laat in de middag.

Uit: Toon Tellegen - Misschien wisten zij alles 313 verhalen over de eekhoorn en de andere dieren
Met prenten van Mance Post Querido